Liite:Verbitaivutus/hollanti/maken

Nominaalimuodot
infinitiivi maken
partisiipin preesens makend
partisiipin perfekti gemaakt
apuverbi hebben
Persoonamuodot
indikatiivi
preesens imperfekti perfekti pluskvamperfekti
pers. yks. mon. pers. yks. mon. pers. yks. mon. pers. yks. mon.
1. maak maken 1. maakte maakten 1. heb gemaakt hebben gemaakt 1. had gemaakt hadden gemaakt
2. maakt maken 2. maakte maakten 2. hebt gemaakt hebben gemaakt 2. had gemaakt hadden gemaakt
3. maakt maken 3. maakte maakten 3. heeft gemaakt hebben gemaakt 3. had gemaakt hadden gemaakt
konjunktiivi
preesens imperfekti perfekti pluskvamperfekti
pers. yks. mon. pers. yks. mon. pers. yks. mon. pers. yks. mon.
1. make maken 1. maakte maakten 1. hebbe gemaakt hebben gemaakt 1. hadde gemaakt hadden gemaakt
2. make maken 2. maakte maakten 2. hebbe gemaakt hebben gemaakt 2. hadde gemaakt hadden gemaakt
3. make maken 3. maakte maakten 3. hebbe gemaakt hebben gemaakt 3. hadde gemaakt hadden gemaakt
imperatiivi
pers. yks. mon.
2. maak maakt